twyfelfontein, Buruxa camp

Zaterdag, 6 juli. Van Swakopmund naar het Buruxa Camp (Twyfelfontein)

 

Vanmorgen staan we op tijd op omdat we best een rit voor de boeg hebben. Na ons ontbijt pakken we vlot onze handel bij elkaar en springen in de auto op weg naar eerst maar eens een benzinepomp. Wat overigens bloedje irritant is, is dat ik onze verrekijker kwijt ben. Ik weet zeker dat ik em in Windhoek uit de koffer heb gehaald om hem zeker bij de hand te hebben, maar niets is nu minder waar. En daar kan ik niet zo goed tegen. Heb inmiddels al 3 x de koffers en de auto geïnspecteerd, maar zonder succes. Snotdomme….

Okay, bij de B&B vertrokken, de hoek om en dan gelijk onze eerste stop: benzine. Daar maken ze ook gelijk grondig al je ruiten schoon en dat is wel weer prettig rijden. De auto is omhuld met woestijnstof en ziet er verre van schoon uit inmiddels. Na het aftanken van de auto, steken we met heel het spul de straat over voor onze 2estop: de supermarkt. We slaan weer broodjes, kaas en water in voor onderweg en zijn daarna vlot aan onze route begonnen. Die verloopt voor het eerste deel langs de kust. Het is vanmorgen weer koud en mistig en door de mist kun je niet heel ver van je afkijken en zie je dus ook niet heel veel van de oceaan. Het is vanmorgen 11 graden Celcius. 

Langs de kust maken we één stop bij een schip dat hier op de kust ligt. Daar staat hier de kust om bekend. Dit deel valt nog mee, maar meer naar het noorden ligt de Skeleton Coast en die ligt behoorlijk vol met afgedankte schepen. Het is wel een bizar zicht zo’n schip in de branding van de oceaan.

Na ruim 35 kilometer langs de kust slaan we rechtsaf de woestijn in. Tot nu toe een vlotte asfalt weg. Als je dan eenmaal de woestijn in rijdt, rijd je de mist uit en loopt de temperatuur rap op naar 27 graden Celcius. De kou verdwijnt en ook het asfalt verdwijnt. De rest van de route is weer gravelweg. Je went er wel aan en andere auto’s zie je van ver aankomen, want iedereen laat een mega stofwolk achter. Het is weer dik genieten.

Wat verderop op de route verschijnen ook ineens hier en daar provisorische stalletjes met handelswaar. Tot op heden is Namibië een land met vele gezichten en contrasten. Waar Windhoek, Walvisbaai en Swakopmund behoorlijk ontwikkelde steden zijn, tref je hier langs de weg de allerarmsten. Dat vind ik toch wel lastig. Je kunt niet iedereen wat geven of overal wat kopen. Op deze route met name vrouwen en kinderen die naar auto’s zwaaien om te stoppen om naar hun handeltje te komen kijken. Het meest lastige vind ik de kinderen die naar de auto komen lopen en om een fles water vragen. We stoppen hier en daar en bij een oudere vrouw met een stenen handeltje laat ik één van onze waterflessen achter. 

Het volk wat zo langs de weg wat bij elkaar probeert te scharrelen is van verschillende stammen afkomstig en allemaal met hun typische kenmerken. Zo komen we Himba tegen en dat zijn toch wel de meest opmerkelijke tot nu toe. De Himba vrouwen dragen hun haar in dikke slierten bedekt met ocra. De Himba zijn ver naakt, maar met vele versieringen. Verder treffen we onderweg ook nog Herera (die zijn dan weer te herkennen aan vrolijk gekleurde jurken en een dwarse hoed op het hoofd) en Damara.

Het levert allemaal vele indrukken op en maakt dat we met regelmaat een stop maken onderweg. Uiteindelijk komen we om half 3 aan bij het Buruxa Camp waar we komende nacht in een tent gaan overnachten. Het Buruxa Camp bevindt zich in een overweldigend mooie woestijn waar vanavond de zonsondergang prachtig gaat zijn.

We blijven er vanmiddag trouwens niet hangen, we springen weer in de auto, want we denken dat we het vandaag nog precies gaan redden om Twyfelfontein te bezoeken. Dat is nog een 74 km rijden, dus treuzelen is niet aan de orde. Om 15.00 uur springen we weer in de auto en krijgen het voor elkaar om in een uur en een kwartier bij Twyfelfontein aan te komen. We hebben inmiddels in de gaten nl. dat als je hier iets wilt bezoeken je op tijd moet zijn. Ons vermoeden klopt. De laatste rondleidingen bij Twyfelfontein zijn om 16.30 uur, dus we komen precies op tijd aan. Bij de receptie betaal je voor je entree (200 Namibische dollars) en dan gaat er een gids met je mee. Twyfelfontein heet Twyfelfontein omdat zich in de berg aldaar een waterbron bevond waar men over twijfelde of deze wel blijvend water zou blijven geven. Vandaar dus: Twyfelfontein. De bron staat inmiddels droog overigens.

Wij krijgen een aardig meiske aangewezen dat onze rondleiding begeleid en we zijn vanwege onze late komst maar met z’n drieën. Ze vertelt honderduit en we nemen zonder te treuzelen voldoende tijd om de rotstekeningen te bekijken. Het is een leuke rondleiding.

Wel warm zo aan het einde van de middag als de temperatuur is opgelopen tot een dikke 32 graden Celcius. Om 10 over vijf zijn we dan weer retour bij de receptie. Nou wil het toeval dat hier in de buurt nog 2 andere bezienswaardigheden te zien zijn: Burnt Mountain en de Orgelpijpen. We krijgen echter te horen dat beiden inmiddels gesloten zijn. Maar…. Wij zijn eigenwijs natuurlijk! Springen in de auto die kant in en komen bij Burnt Mountain bij de bewaker uitgereden. Die verklaart dat de dag inmiddels voorbij is. We dringen toch een beetje aan en beloven dat we vlot e.e.a. zullen bekijken. Nou wil het geval dat Burnt Mountain en de Orgelpijpen vlak bij elkaar liggen. Omdat de boel al gesloten is zouden we met de auto er naartoe kunnen rijden. De bewaker ziet onze belofte wel zitten en voor 100 Namibische dollars kopen we hem om, om ons toe te laten. Hij gaat overstag J

En zo zien we uiteindelijk alle 3 de hoogtepunten van dit gebied. Springen uiteindelijk weer in de auto en rakken terug over de gravel wegen naar het Buruxa Camp. Ik heb voor de terugweg nog een appeltje in de auto gemikt en ga onder het rijden op zoek naar de appel. Die is nl door het gehobbel op de gravelweg van de achterbank afgerold. Ik hang op m'n kop achter in de auto op zoek naar de appel en onder de berijderstoel voel ik ineens een nylon hengsel van een tasje. Halleluja! De verrekijker komt vanuit de krochten van de auto boven water (samen met de appel). Kijk ook weer opgelost.

We komen onderweg geen enkele auto meer tegen. Het is rond zonsondergang; daarvoor maken we een pitstop langs de weg. Het is weer prachtig!

Om 19.00 uur komen we dan weer in Buruxa Camp aan. Kieperen onze handel in onze tent en melden ons bij de overkapping voor het avondeten. Dat is hier nl ook georganiseerd en heb je samen met medereizigers in het kamp. In totaal zijn we met z’n achten; 6 Duitsers (een gezin van 4 en twee Duitse dames) en wij. De avond is gezellig en het eten is prima. Tussendoor verwisselen we nog een lekke band van de auto van de Duitse dames en dat maakt de dag weer helemaal compleet.