outback - the red centre

Als ik deze blog in elkaar zit te tikken is het inmiddels maandag 17 september. Maar ik ga terug naar donderdag 13 september, want vanaf daar zijn wij 4 dagen de Outback in gegaan.

Op tijd uit ons bed vandaag, om 6.00 uur worden wij opgehaald voor 4 dagen/3 nachten in de Outback. Om 5.15 uur loopt de wekker af, maar die was eigenlijk niet nodig. Voor dat soort afspraken hoef ik eigenlijk nooit de wekker te zetten. Gisteren niet veel uit de koffers gehaald, dus die zaten zo weer ingepakt. De weersvooruitzichten zijn goed, zon en het kan tot wel net boven de 30 graden oplopen. En dat is hier dus voorjaar.

5.50 uur staan wij dan al klaar bij de receptie en klokslag 6 uur komt er een heerlijk beest van een auto voorrijden met aanhanger. Wie op dat soort tripjes zich afvraagt wie de gids is, geen twijfel mogelijk, dat is de meest ongestylde persoon. Er stapt een jonge gast uit met heerlijk ongekamd lang haar, roept "Hi my name is Jackson and I'm your tourguide". De koffers worden in de aanhanger gemikt en er wordt niet getreuzeld met vertrekken. Er zit al wat volk in de auto en er moeten nog een paar medereizigers bij een ander hotel opgehaald worden. Het zou een groep van 16 moeten worden, maar het worden er uiteindelijk 14. 

Als we dan allemaal opgehaald zijn krijgen we een korte beschrijving van hoe de dag er uit gaat zien. Vanaf Alice Springs is het 468 km naar Uluru (Ayers Rock). Dat gaat in 3 sprints gebeuren en dan is het de verwachting dat wij rond 12.00 uur in ons eerste kampement aan gaan komen. Daar lunch en dan de middag naar Uluru. Zo gezegd, zo gedaan en wordt er koers gezet richting Uluru. 468 km in een ochtend is aardig het gas erop en dat is ook precies wat er gebeurt. Aan boord: 4 Amerikanen, 4 Nederlanders, 1 Australiër, 1 Zweedse, 2 Engels sprekende Duitsers (dus we zitten ook gelijk in een aflevering van Allo, Allo) en 2 Italianen. Zodra je Alice Springs uitrijdt is het ook gedaan met enige bebouwing. In deze 4 dagen zijn wij verder geen enkel dorp of stad tegengekomen. Het enige wat je nog tegenkomt zijn wat campsites en hier en daar een benzinepomp met roadhouse. 

 

De eerste koffiestop is na een uur rijden; een kamelen farm. Mocht je dat willen, kun je hier een rondje op een kameel maken. Dat is niet aan ons besteed. De Amerikanen zitten in no time op een kameel. Wel grappig om te zien. Verder een leuke plasstop met nog even naar de kangoeroes en kamelen kijken en de omgeving in ons opnemen. Want dat is gelijk prachtig. Dit is trouwens ook de route met roadtrains. Die hebben we een aantal zien passeren en dat is machtig mooi. Vrachtwagens met 3 trailers. Het zijn nog niet de langste; met 4 trailers is ook mogelijk, maar die hebben we (helaas) niet gezien. Op de foto is ook niet gelukt, want natuurlijk komt er op het moment dat je bij de plasstop bent geen enkele roadtrain voorbij. 

De tweede plaspauze is dan weer na ruim een uur bij een roadhouse met een emufarm. Een emu is een net wat kleiner uitgevallen struisvogel. Ook daar weer even lekker rondkijken en een bak koffie genomen. De route naar het kampement bij Uluru bereiken we met nog één plasstop zoals gepland om 12.00 uur. Het is een campsite in Uluru National Park en hier heeft iedere outback tracking organisatie z’n eigen kampement. Allemaal heerlijk basic. Centraal in je kamp een overkapping/schuur uit metalen golfplaten, in het midden de stookplaats voor het kampvuur en daaromheen de tenten. De enige luxe in de tent: een bed (nou ja…iets dat je van de vloer houdt). De lunch maak je vervolgens met z’n allen. Uit de aanhanger van de auto komt de proviant; sla, tomaten, brood, vleeswaren, kortom alles wat nodig is om een sandwich en salade op je bord te toveren. Na de lunch wast iedereen z’n eigen bordje en mok af, nog rap een plaspauze en dan springen we met z’n allen weer in de auto naar Uluru. Daar worden we opgewacht door 2 Aboriginal gidsen en een tolk. De Aboriginals (2 vrouwen) spreken alleen hun eigen taal, tja en daar versta je geen kloot van. Maar daarvoor was de tolk dan weer aanwezig. Ik weet zeker dat de tolk in haar eentje ook het verhaal had kunnen doen, maar met de twee Aboriginals was natuurlijk wel erg toepasselijk bij een bezoek aan Uluru. Na een wandeling langs de voet van Uluru zorgen we er dan weer voor dat we op tijd in de bus zitten, want we gaan al rap richting zonsondergang en dat mag niet gemist worden. Het is een kwartiertje rijden naar het sunset punt en we zijn beslist niet de enigen. Camera mee en de heuvel op voor een goed plekje om de zonsondergang te kunnen bewonderen. En mooi is het! Met achter ons Kata Tjuta (de Olga’s) waar de zon achter wegduikt en voor ons Uluru dat oranje gekleurd wordt door de ondergaande zon. En als de zonsondergang eenmaal geweest is wordt massaal de champagne opengetrokken op de parkeerplaats. Kortom, met een glas bubbels en snacks wordt de zonsondergang bij Uluru gevierd. Daarna terug naar ons kamp waar in de tussentijd een andere gids het eten heeft klaargemaakt en het kampvuur heeft opgestookt. En wat eten wij vandaag??? Kangoeroestoofpot met pasta en groenten. Jan trekt het idee van gebraoie kangoeroe nog even niet en houdt het bij vegetarisch. Ik heb honger en schep mijn bordje vol. Smaakt prima kan ik je zeggen.

Na het avondeten weer je bordje en mok afwassen en dan komt de uitleg van de nachtrituelen. Je hebt keuze uit 2: in een tent of in een swag.

Tent hoef ik niet uit te leggen lijkt mij, maar hoe zit het met de swag. Een swag is een overmaatse canvas tas die in eerste instantie opgerold zit en als je de swag uitrolt zit er een matras en kussen in. Je zoekt een plekje rond het kampvuur, rolt je swag uit. Propt er je slaapzak en jezelf in, je ritst je canvas tas dicht en tukken maar. Waarom in een swag?? Het is prachtig!! Want je slaapt onder een hemel met ontelbaar veel sterren. Jan denkt, ik heb ’s nachts toch mijn ogen dicht, dus kruipt in de tent en ikke rol mijn swag uit bij het kampvuur en ben happy onder de sterrenhemel. Totdat….één van onze medereizigers het midden in de nacht zodanig op een snurken zet dat ik eerst nog mijn swag evacueer naar 30 meter verderop (leuk, want dan moet je je swag uit, je schoenen aan, de boel verslepen, etc, etc.. en het is KOUD), maar ook dat trek ik niet qua snurkniveau en ben uiteindelijk met heel de handel naar de tent van Jan geëvacueerd. Al bij al had ik het ook weer niet willen missen kan ik je zeggen. 

 

 

 

Zie hier, Jackson onze gids in de Outback.

The best cliff jumper ever


Dag 2 in de Outback breekt aan als Jackson iedereen om 5.00 uur uit bed trommelt. 

Uitslapen is er op deze trip niet bij. Maar niemand treuzelt deze ochtend, want we gaan met z'n allen de zonsopkomst meemaken. En dat is mooi! Om 5.00 uur is het wel KOUD in de Outback. Het is net een paar graden boven nul en dat voelt niet als heel veel. Maar net als met het opstaan wordt er ook met het opstoken van het kampvuur niet getreuzeld, dus al vlot zitten we er toch al warmpjes bij. Brood wordt op het kampvuur getoast en met een mok koffie ben je zo helemaal wakker. Daarna is het richting toilet met je zaklampie, je haar bij mekaar, effe de tandjes poetsen en vervolgens het kamp opruimen en inpakken. Je slaapzak moet mee naar het volgende kamp, mocht je die vergeten dan lig je de volgende nacht koud. Je zou verwachten met een groep van 14 dat je er altijd wel eentje bij hebt zitten waar je op moet wachten of waar je je flink aan ergert, maar dat is met deze groep beslist niet het geval. Iedereen doet wat hij/zij moet doen en we hoeven op niemand te wachten. Kortom, alles gaat lekker vlot en soepel. Op tijd zitten we in de auto om naar een heuvel vlak bij te gaan waar wij de zonsopkomst kunnen gaan meemaken. Het is echt prachtig. 

Na het ochtendspectakel wordt koers gezet naar het Kata Tjuta National Park, ook wel bekend als de Olga's. Daar maken wij een hike tocht van 6 km naar de Valley of the Winds. Niks over gelogen, het waait er als een dolle. Tja, ik kan het blijven zeggen, maar het is ook allemaal prachtig. De wandeltocht is een lekker pittige tocht en alles wordt beloond met vergezichten van heb ik jou daar. Ik laat het aan de foto's van dag 2 om dat aan te tonen.

Na de hike van vanmorgen rijden we terug naar de campsite. Daar wordt de BBQ aangestoken en worden de hamburgers en worstjes door Jackson gebakken. De rest zorgt voor de salade en het klaarzetten van alle borden en mokken. Het is leuk lunchen op deze manier. Of het allemaal even hygiënisch is... Warm water om je bordje af te wassen is er niet. 

Na de lunch wordt koers gezet naar Kings Creek station. Onderweg wordt nog bij een uitkijkpunt over een zoutmeer gestopt en daar heb je nog voor een laatste keer een top uitzicht op Uluru. Voordat we dan bij Kings Creek aankomen wordt er nog een stop ingelast voor het sprokkelen van hout. Dode bomen mogen hier gewoon worden gerooid en we duiken dus met z'n allen de bosjes in voor het omhalen van hele bomen (nou ja, zo heel groot zijn ze hier nu ook weer niet). Je moet trouwens niet verwachten schoon te blijven in de Outback. Stof, roet en rood zand zit werkelijk overal. Af en toe moet je gewoon even je vinger in je neusgaten steken om alle troep er uit de halen. Niet fris, wel effectief.

Al het hout wordt boven op de aanhanger gebonden en dan gaan we door naar Kings Creek. Daar slaat zowat iedereen gelijk aan het bier en het is grappig, maar echt iedereen ziet er inmiddels uit alsof ie al een half jaar zonder te douchen in de Outback zit. Heerlijk.

Bij Kings Creek ook nog kennis gemaakt met de kaketoe Charley, een beetje chagrijnige kaketoe, maar hij komt uiteindelijk toch uit zijn kooi en zet het op een babbelen. 

Na deze laatste stop gaan we dan off road naar het kamp. Het is een klein kamp van alleen wayoutback en het is verder helemaal afgelegen. Geen enkel ander lichtje is in de gehele omtrek verder te zien. Meer basic kamp bestaat er denk ik niet; 2 WC's en 2 douches van wat plaatwerk in elkaar gezet, een blikken schuur en wat tenten rond een kampvuur. PRACHTIG!

Maar er is wel warm water. Daarvoor wordt een houtkachel opgestookt en als je met je fles shampoo dan onder de douche staat, sta je ook gelijk onder de sterrenhemel en kan er eigenlijk geen enkele andere douche aan deze tippen. Zelfde geldt voor de plee. Mocht je willen, kun je het gordijn dicht doen, maar who cares?

Jan en ikke missen nog wel wat spanning en sensatie, want net als wij onder de douche staan wordt er een slang in het kamp gevonden. Een giftige. Die wordt door Jackson gevangen en in een box gedaan. Later heeft hij de slang een stuk verderop weer vrijgelaten.

Het avondeten wordt vanavond in grote gietijzeren potten in het kampvuur klaargemaakt. Eten in de pot, deksel er op, in het vuur en afdekken met kolen. Dik half uur pruttelen en je diner is klaar. Vanavond aardappel gratin, groenten en kip. Als toetje een grote cake die in het kampvuur gebakken is. 

Na het eten en nog nakletsen bij het kampvuur duikt iedereen in z'n tent of in z'n swag en is het einde van dag 2 onder wederom een prachtige hemel met ontelbaar veel sterren.

Dag 3 breekt evenals dag 2 om 5.00 uur aan. Jackson is wederom de wekker van het kamp. Iedereen kruipt uit tent of swag en komt naar de keuken en het kampvuur voor een ontbijt. Deze nacht was weer een koude nacht, maar ik heb prima geslapen. Wij hebben de tent deze keer strategisch gekozen; zo ver mogelijk bij onze snurkende Amerikaan vandaan. Ik ben maar gelijk in de tent gekropen en heb dus een prima nacht achter de rug. Vanuit je warme slaapzak weer gelijk in mijn kleren van gisteren gerold. Niemand neemt overigens de moeite voor het aantrekken van schoon spul. Schoon ondergoed is al meer dan genoeg. Vandaag wordt er niet gewacht op de zonsopkomst. Na het ontbijt en het opslaan van het kamp springen we direct in de auto en zetten koers naar Kings Canyon. Daar komen we nog voor zonsopkomst (6.40 uur komt de zon op) aan en als we dan beginnen aan onze hike van vandaag zien we de zon boven de rotsen uitkomen. De hike is een tocht van 7,2 kilometer lang door een wederom prachtig gebied. Als we heel eerlijk zijn vinden wij Kings Canyon het mooiste van alle 3 de hoogtepunten van de Outback. Uluru is mooi, Kata Tjuta is mooier en Kings Canyon het mooist. 

Aan het einde van de ochtend wordt een picknick plaats opgezocht vlak bij Kings Canyon en bestaat de lunch vandaag uit wraps en salade. Alles wordt ter plaatse weer uit de aanhanger gehaald en klaargemaakt. Over heel de voorbereiding van deze trip valt niets te klagen. Het blijft knap werk dat voor 14 man + gids alles voor 4 dagen met voldoende afwisseling aanwezig is. 

Aan het einde van de lunch worden we dan nog getrakteerd op 2 kangoeroes die we door het gras zien springen. Mooi om te zien, te laat met de camera. Ik zit al dagen met die camera verkleefd en net op het moment dat ik em in z'n tassie heb zitten komen er dus 2 kangoeroes langs. 

 

En dan na de lunch beginnen we aan onze tocht naar Glen Helen over de Mereenie Loop Road. Een waar spektakel om die te rijden. Voor dat werk hebben wij de optimale wagen bij. Zoek voor de gein maar eens op via Google en kies voor de afbeeldingen. Dan hoef ik verder niet veel uit te leggen. Effe lekker tukken is er op deze weg niet bij. Wel een ervaring rijker. Aan het einde van de Mereenie Loop Road wordt er nog gestopt voor hout voor het kampvuur vanavond. En als we dan weer net weg zijn zien we ineens twee lifters in the middle of nowhere staan. Hup die twee lifters ook nog maar opgeladen en door naar Glen Helen. Vlak voor ons eindpunt de twee lifters bij een camping afgezet en dan zit er voor ons de route van vandaag (helaas) ook al weer op. We bereiken om 15.30 uur de Glen Helen campsite en een groot deel van de club zet het nog op een zwemmen in het ijskoude water van de Glen Helen Gorge. Ikke niet. Mij hadden ze net zo goed 'De Verschrikkelijke Koukleum' kunnen noemen. En dan houdt voor 10 medereizigers de tour hier op en worden zij opgehaald om retour te gaan naar Alice Springs. Houdoe, het was gezellig, wij blijven nog een dagje, samen met de Zweedse (Amanda) en Australiër (Wes). Samen met Jackson blijven wij dus nu met z'n 5en over en bouwen een kampvuur en bakken steak. Daarna stoken we een hele berg hout op in ons kampvuur en rollen uiteindelijk helemaal happy in onze tent. Amanda en Wes tukken in hun swag bij het kampvuur en Jackson ligt in z'n swag boven op het dak van de auto. Wat is de dag weer snel voorbij gegaan!!

Vandaag kunnen wij uitslapen. Jackson heeft voor 7.30 uur het ontbijt gepland. Kortom, ik ben om 6.00 uur wakker en weet het tot 6.30 uur te rekken. Net voor zonsopkomst uit je mandje, maar nondeju wat is het koud. Van enige kou heb ik vannacht gelukkig geen last gehad, ik had een deken extra erbij gepakt en heb dus heerlijk warm gelegen. Jan komt inmiddels ook bij kennis en we besluiten dan ook maar om op te staan. Het is ook gewoon te mooi om in je bed te blijven. Zo maken wij samen in alle rust de zonsopkomst in ons kamp mee. Amanda en Wes liggen allebei bij de stookplaats te tukken en die bewegen nog niet. Jackson ligt in z’n swag boven op de auto. Lekker slim; kan er geen ongedierte in je swag kruipen. Wij maken in alle vroegte ook al even een wandeling naar het water. Niemand hier te bekennen en dan is de rust om je heen wel heel bijzonder. Dat het vannacht koud was wordt aangetoond door de rijp op het gras. Lekker fris vriesnachtje geweest dus.

Als we uiteindelijk weer teruggaan naar het kamp is Jackson al wakker en die heeft het kampvuur alweer opgestookt. Aangezien mijn jas ergens in een koffer in de aanhanger zit en ik slechts in een truitje aan het rondlopen ben, besluit ik maar om de deken erbij te pakken. Rol mijzelf erin en ga lekker bij het kampvuur zitten. Inmiddels begint de koffie te pruttelen en worden er pannenkoeken gebakken. Het is zo met z’n vijven allemaal wel erg relaxed en dat bevalt ons prima. Na het ontbijt ruimen we op en klimmen in de auto om naar een eerste uitkijkpunt te rijden met een prachtig zicht op de MacDonnell Ranges. 

Daarna rijden we naar een kort hikingpad dat uitkomt bij een waterhole. We kunnen er eigenlijk allemaal geen genoeg van krijgen. De ochtend vliegt dan natuurlijk weer in een floep voorbij en dan rijden wij alweer terug naar ons laatste kamp. Daar maken we met z’n allen onze laatste lunch klaar (gebakken eieren met spek) en overzien nog voor een laatste keer het gebied bij Glen Helen. 

Na de lunch ruimen we dan ook voor de allerlaatste keer het kamp op en pakken al onze spullen weer goed in zodat we niets achterlaten als wij straks weer in Alice Springs bij ons hotel afgezet worden. Maar niet voordat wij vanmiddag nog een andere waterhole bezoeken. Jan zet het na drie pogingen heel dapper op een zwemmen, maar ikke wederom niet. Wat een schijterd ben ik toch. Als het om kou gaat ben ik niet thuis. Toekijken is dan de beste optie, alhoewel het mij ook wel weer heel leuk had geleken om wel aan de zwempartij mee te doen. Na het zwemmen wordt de eindsprint ingezet naar Alice Springs en dan zijn wij om 17.30 uur weer in ons hotel. Het waren 4 prachtige dagen!

In het hotel zijn wij eerst maar eens in de douche gesprongen. Ondanks flink soppen had ik toch nog een oranje handdoek bij het afdrogen. Ook mijn neus en oren moeten goed onder handen genomen worden; daarin kleeft ook nog een hele berg Outback. 

Eenmaal weer schoon gaan we in het restaurant van het hotel eten en vallen we om 21.00 in ons bed in een heerlijke slaap…. Jammer dat deze 4 dagen zo snel voorbij zijn gegaan, maar wat was het prachtig!